Europese Parlement keurt voorstel voor CSDDD goed (update 24 april 2024)

Op 1 juni 2023 heeft het Europees Parlement het voorstel voor de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) uit februari 2022 goedgekeurd. De CSDDD vereist dat ondernemingen due diligence uitvoeren op het gebied van mensenrechten en milieu en daar verantwoording over afleggen. De richtlijn is op 15 maart 2024 afgezwakt onder druk van Duitsland, Italië en Frankrijk en op 24 april 2024 door het Europese Parlement goedgekeurd.

Wat is het doel van de CSDDD en wat zijn de eisen?

Het doel van de richtlijn is “…het bevorderen van duurzaam en verantwoordelijk bedrijfsgedrag en het verankeren van mensenrechten en milieuoverwegingen in de bedrijfsvoering en het ondernemingsbestuur.”

De voorgestelde richtlijn eist dat ondernemingen negatieve gevolgen voor de mensenrechten en het milieu die verband houden met hun activiteiten identificeren en beëindigen. Voorbeelden zijn dwangarbeid en kinderarbeid, slechte arbeidsomstandigheden, ontoereikend afvalbeheer, vervuiling en de uitstoot van broeikasgassen. Hetzelfde moeten zij doen bij hun dochterondernemingen en bedrijven in de waardeketen. En ze moeten potentiële gevolgen voorkomen, beperken en publiekelijk verantwoording afleggen over hun due diligence-inspanningen.

De richtlijn bevat ook plichten voor directeuren van ondernemingen die onder de reikwijdte vallen. Ze moeten de implementatie van due diligence-processen plannen, er toezicht op houden en due diligence in hun bedrijfsstrategie opnemen. Van hen wordt ook verwacht dat zij bij zakelijke beslissingen rekening houden met mensenrechten, klimaatverandering en de gevolgen voor het milieu.

Ten slotte moeten ondernemingen meldpunten opzetten waar werknemers en andere belanghebbenden hun zorgen en klachten kunnen melden. De processen voor het onderzoeken van en reageren op deze zorgen en klachten moeten ook worden gecreëerd.

Verplicht klimaatplan

Als onderdeel van de Europese Green Deal verplicht de CSDDD ondernemingen ervoor te zorgen dat hun bedrijfsstrategie aansluit bij de doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius. In de wettekst staat dat ondernemingen wetenschappelijk onderbouwde klimaatdoelen moeten stellen en waar toepasselijk absolute doelstellingen moeten instellen voor de reductie van broeikasgassen. Dat gaat niet alleen over de activiteiten van het bedrijf zelf, maar ook over de uitstoot van klanten.

Ondernemingen moeten ook concrete doelstellingen formuleren voor 2030, als tussentijds toets moment. Het is de bedoeling dat er toezicht komt op de klimaattransitieplannen van ondernemingen. In Nederland moet daar nog een toezichthouder voor worden aangewezen. Toezichthouders kunnen sancties uitdelen als bedrijven geen klimaatplan maken of als het klimaatplan ongeloofwaardig is. In de zwaarste gevallen kan het gaan om minimaal 5 procent van de omzet.

Wat is de samenhang met de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)?

De CSDDD is nauw verbonden met de CSRD. De CSRD verplicht te rapporteren over ESG-kwesties. Hiervoor moeten processen worden ingesteld om positieve en negatieve effecten te kunnen identificeren. Dit hangt nauw samen met de due diligence-verplichting die in het kader van de CSDDD is ingesteld om negatieve effecten te identificeren. De CSDDD verplicht ondernemingen om ervoor te zorgen dat hun bedrijfsstrategie aansluit bij de doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius. Ondernemingen die onder de CSRD vallen, moeten ook hierover verslag uitbrengen.

Welke bedrijven vielen en vallen onder de CSDDD en vanaf wanneer?

De CSDDD is van toepassing op ondernemingen in de EU, inclusief buitenlandse bedrijven met activiteiten in de EU. In het oorspronkelijke voorstel uit 2023 vielen onder grote Europese ondernemingen:

  • Groep 1 – Ondernemingen met minimaal 500 werknemers en een netto-omzet van € 150+ miljoen wereldwijd. Er zijn ongeveer 9.400 bedrijven in deze categorie.
  • Groep 2 – Ondernemingen in high-impact sectoren zoals textiel, landbouw en winning van mineralen met 250+ werknemers en een netto-omzet van € 40+ miljoen wereldwijd. Er zijn ongeveer 3.400 ondernemingen in deze categorie. De CSDDD zal voor hen van kracht worden twee jaar nadat ze van kracht zijn geworden voor bedrijven uit Groep 1.

Eind 2023 werd een principeakkoord bereikt tussen de lidstaten, de Europese Commissie en het Europees Parlement, maar dat werd in februari 2024 weggestemd. Grote landen als Duitsland, Frankrijk en Italië krabbelden terug. Onder druk van het bedrijfsleven eisten ze versoepelingen. Daardoor gaan de regels nu voor veel minder bedrijven gelden dan oorspronkelijk de bedoeling was.

De lidstaten zijn op 15 maart 2024 overeengekomen dat alleen ondernemingen met een jaaromzet van meer dan 450 miljoen euro (in plaats van 150 miljoen euro) en minimaal 1.000 personeelsleden (in plaats van 500) aan de regels moeten voldoen. De EC schat de reikwijdte van de voorgestelde richtlijn op ongeveer 5.000 grote ondernemingen.

Voor Europese ondernemingen met een jaaromzet van 450 miljoen euro en duizend man personeel gelden de regels vanaf 2029. Grotere ondernemingen (5000 personeelsleden en 1,5 miljard euro omzet) moeten zich al vanaf 2027 aan de richtlijn houden. Ondernemingen met 3000 personeelsleden en een omzet van 900 miljoen euro moeten dat vanaf 2028 doen.

Andere aanpassingen

  • Verwijdering van de aanpak voor hoge risico sectoren (kleding, landbouw, visserij, hout, voeding, metaalproducten, chemische producten en minerale grondstoffen): het concept om organisaties die niet aan de scope criteria voldoen, maar actief zijn in hoog risico industrieën, gefaseerd op te nemen, is verwijderd. De review clausule verwijst nu naar de mogelijkheid om later de aanpak voor hoge risico sectoren aan te pakken, indien nodig.
  • Keten van activiteiten: het downstream-gedeelte van de definitie van de waardeketen is beperkt door afvoer/vernietiging van het product te schrappen uit de definitie. En daarnaast deze verder te beperken tot zakelijke partners die activiteiten voor het bedrijf uitvoeren of namens het bedrijf (dus ‘indirecte’ relaties tellen niet meer mee).
  • Klimaatverandering: alle grote Europese ondernemingen, inclusief de grote financiële instellingen, blijven verplicht een klimaatplan op te stellen om ervoor te zorgen dat hun verdienmodel en strategie verenigbaar zijn met het Klimaatakkoord van Parijs. Echter, de verplichting voor bedrijven om vanaf een bepaalde drempel de implementatie van het klimaatplan te bevorderen, onder meer door financiële prikkels voor het senior management, is verwijderd.
  • Maatschappelijke zorgplicht: bestuurders en commissarissen krijgen niet de expliciete plicht om de negatieve effecten van de bedrijfsactiviteiten mee te wegen bij het nemen van hun besluiten. Er komt, met andere woorden, geen ‘maatschappelijke zorgplicht’ voor bestuurders en commissarissen in de EU-wetgeving.

Hulp nodig bij het voldoen aan duurzaamheidswetgeving?

Neem contact op met Bas Knol: 06 5203 4724, bas.knol@esgsupport.nl.

Bronnen

Meer interessante artikelen